In de wet is geregeld dat ouders verplicht zijn om aan hun kinderen een bijdrage te leveren voor levensonderhoud. Aan die onderhoudsplicht voor je kinderen is geen maximale leeftijd verbonden en duurt dus een leven lang. Bij kinderen ouder dan 20 jaar is het echter, anders dan daarvoor, de vraag of het kind zelf kan betalen. Alleen als hij of zij onvoldoende eigen middelen heeft om te voorzien in het levensonderhoud en deze ook in redelijkheid niet kan verwerven bestaat dan een onderhoudsplicht. Er moet sprake zijn van behoeftigheid.

De procedure

Het kind in deze procedure was destijds 23 jaar. Zijn ouders zijn in 2007 gescheiden. Inmiddels studeerde deze zoon en woonde hij bij zijn moeder. Bij de rechtbank verzoekt de zoon een door zijn vader te betalen bijdrage in de kosten van zijn levensonderhoud en studie. De rechtbank ’s-Hertogenbosch stelt een maandelijkse bijdrage van € 363,00 vast. De vader gaat tegen deze uitspraak in hoger beroep.

De uitspraak van het Hof

In haar uitspraak komt het Hof tot een andere conclusie. Het Hof overweegt dat niet vaststaat dat de zoon niet kan werken of op een andere manier in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien. De zoon had namelijk al een opleiding op MBO niveau afgerond. Dat de zoon geen studievertraging had opgelopen, maakt dat naar het oordeel van het Hof niet anders. Net als het feit dat de keuze voor een vervolgopleiding op zichzelf niet onredelijk is.

De zoon stelt dat hij naast zijn voltijd studie niet kan werken. Dit maakt in de ogen van het Hof niet dat hij behoeftig is in de zin van de wet. Het Hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd. De zoon moet de bedragen die hij op grond van de beschikking van de rechtbank had ontvangen terugbetalen.

Behoeftigheid

Het Hof verwijst naar een uitspraak van de Hoge Raad (NJ 1984,535). De Hoge Raad geeft aan dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest om ouders te verplichten hun meerderjarige kinderen, die zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien, door het betalen van een onderhoudsbijdrage in staat te stellen een opleiding te volgen. Het Hof is dan ook van mening dat er geen sprake is van behoeftigheid .

Echtscheidingsconvenant

De zoon heeft aangevoerd dat zijn vader toch een bijdrage zou moeten voldoen op grond van het echtscheidingsconvenant. De vader betwist dit. Net als de rechtbank komt ook het Hof tot de conclusie dat niet uit de tekst of de strekking van het echtscheidingsconvenant blijkt dat het de bedoeling van de ouders was dat zij in de studiekosten van hun meerderjarige kinderen zouden voorzien.

Natuurlijke verbintenis

Ten slotte beroept de zoon zich op een rechtens afdwingbaar geworden natuurlijke verbintenis op grond waarvan de vader een financiële bijdrage zou moeten betalen. Het Hof is echter van mening dat de zoon deze stelling onvoldoende heeft onderbouwd.

Als je kinderen krijgt, heb je ze voor het leven. De zorg voor en om hen blijft bestaan, ook als ze volwassen zijn. Soms dus ook in financiële zin. Wanneer een volwassen kind nog recht heeft op een financiële bijdrage van zijn vader of moeder en wanneer het kind zijn eigen broek zal moeten ophouden, is afhankelijk van vele factoren. Wilt u weten of en wat u voor uw kinderen moet betalen, hoe oud ze ook zijn, neem dan eens contact op.

Anneloes van Tuijn