Op 19 februari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een interessante uitspraak gedaan in een zaak waarbij een ex-echtgenoot de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen na echtscheiding wilde laten vernietigen wegens dwaling (ECLI:NL:RBROT:2025:2088). De rechtbank wees deze vordering af en benadrukte het belang van rechtszekerheid bij een echtscheidingsconvenant. Wat betekent deze uitspraak voor toekomstige echtscheidingsprocedures?
De zaak
De kwestie draaide om de verdeling van een woning die tot het gemeenschappelijk vermogen van de ex-echtgenoten behoorde. In hun echtscheidingsconvenant hadden zij de woningwaarde vastgesteld op € 231.000,00. Later stelde de man dat hij had gedwaald en dat de woning destijds aanzienlijk meer waard was. Hij verzocht de rechtbank om de verdeling te vernietigen en een nieuwe verdeling op basis van de werkelijke waarde vast te stellen.
De vrouw stelde dat zij de waarde in goed overleg hadden vastgesteld en dat beide partijen bewust zekerheid wilden creëren over een onzekere factor. Daarom kan de overeenkomst volgens haar juist niet worden vernietigd.
Dwaling en vaststellingsovereenkomst
Volgens artikel 3:196 lid 1 BW kan een verdeling worden vernietigd als een partij voor meer dan een vierde is benadeeld door een verkeerde inschatting van de waarde van de goederen. Echter, in deze zaak speelde een ander juridisch principe een doorslaggevende rol: de vaststellingsovereenkomst.
Een vaststellingsovereenkomst (artikel 7:900 BW) wordt gesloten om onzekerheid of een geschil te beëindigen. Als partijen een dergelijke overeenkomst aangaan om een onzekere situatie te beslechten, kunnen zij zich achteraf niet beroepen op dwaling over de feiten die juist onderwerp van die onzekerheid waren. De functie van de vaststellingsovereenkomst is immers om aan deze onzekerheid een einde te maken (ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ1081).
Uitspraak van de rechtbank: vernietigen mogelijk?
De rechtbank oordeelde dat partijen bij de scheiding de werkelijke waarde van de woning niet wisten. Zij hadden deze waarde in onderling overleg vastgesteld en bewust geaccepteerd dat er een kans bestond dat de waarde hoger of lager zou kunnen uitvallen. De rechtbank oordeelde dat dit juist de essentie is van een vaststellingsovereenkomst: het creëren van rechtszekerheid in een situatie van onzekerheid. Daarom kon de man zich niet op dwaling beroepen, en is zijn vordering afgewezen.
Gevolgen voor de praktijk
Deze uitspraak onderstreept het belang van zorgvuldige en weloverwogen afspraken bij een echtscheiding. Partijen die een convenant ondertekenen, moeten zich realiseren dat zij hiermee rechtszekerheid creëren en dat het in principe niet mogelijk is om hier op basis van dwaling later op terug te komen.
Heeft u vragen over de verdeling van gemeenschappelijk vermogen bij echtscheiding? Neem dan contact op met ons kantoor. Wij staan klaar om u deskundig te adviseren en begeleiden.